Ervaringsverhalen van anderen uit onze community kunnen je herkenning, realiteit en hoop bieden als jouw kind te vroeg, te licht of ziek geboren is.

De connectie op de NICU – Ilona’s verhaal over haar tweelingdochters

De connectie op de NICU – Ilona’s verhaal over haar tweelingdochters

Door Ilona van Wijgaarde

Daar lagen ze dan. Onze monochoriale, diamniotische tweelingmeisjes. 

De twintig weken echo was perfect. Alles leek goed te gaan, dus ondanks de risico’s van dit type tweelingzwangerschap – waarvoor we vanaf 16 weken elke twee weken werden gecontroleerd – hadden we het volle vertrouwen.

Bij de echo van 21 weken besloot mijn partner zelfs te gaan werken. Een week eerder was alles nog in orde geweest, dus nu toch ook? Maar niets was minder waar. 

 

Bij 21 weken werd er tweelingtransfusiesyndroom geconstateerd. Vanaf dat moment reden we meerdere keren per week naar Leiden. Iedere keer in spanning: doen de meisjes het nog goed? Is een laserbehandeling nodig? Zijn ze er nog? 

 

Onzekerheid, complicaties en een race tegen de tijd 

Ik kreeg bankrust. Het was zenuwslopend. Met 23 weken en 5 dagen werd besloten dat het niet langer kon. De bloedvaten op de placenta moesten gelaserd worden. Er kwamen complicaties. Uiteindelijk liet de placenta bij 30 weken los en scheurde. 

 

Pas een week later besloot het ziekenhuis tot actie. Gelukkig maar, want ik bleek langzaam leeg te bloeden in de vruchtzakken van de meisjes. Het eerste meisje werd geboren in die met bloed gevulde vruchtzak. Haar zusje lag dwars en moest via een spoedkeizersnede ter wereld komen. 


Twee kleine reuzen op de NICU
 

En nu… nu lagen ze daar. Ieder in hun eigen couveuse. Zo ontzettend klein, maar mooi op gewicht – voor de NICU waren het reuzen. Zo kwetsbaar. Van een stressvolle zwangerschap gingen we naar een stressvolle bevalling, en vervolgens naar een stressvol NICU-verblijf. Die piepjes. Ik hoor ze nu nog. 


Geboren tijdens de coronaperiode
 

Onze meisjes kwamen midden in de coronatijd ter wereld. Thuis wachtten hun drie grote broers: eentje van 9, eentje van net 4 en eentje van net 2. 

   

Ook zij hadden onze aandacht nodig. Maar alles combineren was zwaar. Huiskamers waren dicht, Ronald McDonald-huizen niet toegankelijk. Bezoek was beperkt. En toch… ik móest ze zien. Zij moesten hún zusjes zien. 

 

We regelden het. Eén voor één namen we de jongens mee naar de NICU, om hun zusjes voor het eerst te ontmoeten. Een totaal andere ervaring dan bij eerdere, probleemloze zwangerschappen, waar kennismaken gelijk stond aan vasthouden en knuffelen. 

 

Nu: geen knuffels. Even aanraken, meer niet. 

 

Een moment van pure verbinding 

Maar daar, tussen de piepjes en zorgen, gebeurde het.Eén van onze dochtershoorde grote broer. Ze reageerde direct op zijn stem. Haar oogjes gingen open. Door de couveuse heen raakte hij haar handje aan. Zij probeerde – met alles wat ze in zich had – haar hoofdje op te tillen om hem te volgen. 

 

Ze keken elkaar aan. Het was een helder moment van contact. Alles om ons heen viel weg. We genoten intens van die pure verbinding tussen broer en zus. 

 

Een band voor het leven 

Wat het allermooiste is? Die connectie van toen is er nog steeds.Onze zoon kan door allerlei oorzaken moeilijk tegen aanraking. Maar zij? Zij mag tegen hem aankruipen. Met haar kan hij knuffelen. Hij beantwoordt die knuffel zelfs, moedigt haar aan.Het is bijzonder om getuige te zijn van die band.Een band die daar, op de NICU, al zo duidelijk zichtbaar was.Een band tussen een kind van 31 weken, dat eigenlijk nog in de buik had moeten zitten, en haar broer. 

 

Hoe knap en gevoelig zijn die kleintjes dan al? 
 

Wat een wonder om dat van zo dichtbij te mogen meemaken.