Wij zijn er de hele reis van klein naar groot. Met informatie om je te ondersteunen als je kind te vroeg, te licht en ziek geboren wordt.
Contact maken
Contact maken
Thuis kan de omgang met een kindje dat in de couveuse gelegen heeft moeizamer verlopen dan met een baby die een normale start had.
Thuis kan de omgang met een kindje dat in de couveuse gelegen heeft moeizamer verlopen dan met een baby die een normale start had. Iedereen herkent vast dat het eerste contact en het opbouwen van een band tussen ouders en couveusekinderen anders is dan die van ouders en op tijd geboren kinderen.
Een nieuw soort contact
Bij kinderen die lang in het ziekenhuis hebben gelegen wordt veel contact in de eerste tijd bepaald door medische of verzorgende handelingen. Bijna altijd gaat het initiatief tot ’contact’ uit van de volwassene, hoewel dat bij de invoering van ontwikkelingsgerichte zorg anders verloopt. Meestal gebeuren er allerlei (veelal noodzakelijke) handelingen zonder dat het kind erom vraagt.
Als het kind zelf behoefte heeft aan contact en signalen geeft, volgt daar niet altijd actie op. Een beetje de omgekeerde wereld dus, als je bedenkt dat bij een normale gang van zaken het initiatief tot contact meestal van de pasgeboren baby uitgaat en de ouder direct in de buurt is om antwoord te geven. Een ouder die thuis voor haar kind zorgt, is wel bereid te reageren op de signalen van het kind. Maar een kind dat na een couveuseperiode thuiskomt, geeft mogelijk zwakkere signalen, of minder vaak, omdat het inmiddels heeft ervaren dat er toch niet op gereageerd wordt.
Respect
Gelukkig wordt er steeds meer aandacht aan dit soort zaken besteed en wordt er meer en meer gelet op welke signalen het kind geeft, juist ook in de couveuseperiode, met de bedoeling daar zo goed mogelijk op in te spelen. Het gaat bijvoorbeeld om het respecteren van rustperioden van het kind, van het ook aanbieden van positieve contacten zoals troosten, praten, strelen e.d. Toch blijft de couveuseperiode een voor het kind vaak onaangename periode.
Bijkomen
Wanneer je kindje eenmaal thuis is, moet het natuurlijk bijkomen van de periode in het ziekenhuis. Uit de manier waarop je kindje zich gedraagt, blijkt meestal wat het wil. Om zich prettig te voelen, vraagt het op deze wijze om een bepaalde benadering, om een bepaalde manier van aanpak. Iedere baby doet dit op zijn of haar eigen manier doen.
Wat kun je zelf doen?
Omdat te vroeg geboren baby’s in de eerste maanden vaak nog zo schrikachtig en onrustig zijn, is het verstandig om ze niet te veel te prikkelen. Aan de andere kant is het wel goed om je kindje te stimuleren door tegen je kindje te praten of te spelen. Door goed naar een kind te kijken, kun je zien wanneer het aan contact toe is en wanneer het beter met rust kan worden gelaten.
Ouders kunnen het best contact maken als het kind:
- ontspannen is
- de armen en benen gebogen zijn
- rustig en alert is
- (kortdurend) oogcontact maakt
- glimlacht, mondbewegingen maakt of een ‘ooh’ gezicht trekt
- de hand naar de mond brengt
- een goede kleur heeft, dus een beetje roze is en niet heel bleek, rood of grauw
Ouders kunnen het kind soms beter met rust laten als het:
- de blik afwendt
- gaapt
- het hoofd achterover gooit of zich overstrekt
- kokhalst, kreunt, boert of hikt
- begint te huilen
- een grauwe kleur heeft
- de vingers of tenen spreidt of kronkelende bewegingen maakt