Borstvoeding
Voor alle zuigelingen geldt dat moedermelk de allerbeste voeding is, maar voor te vroeg geboren kinderen is het nog belangrijker dat zij vanaf de eerste dag moedermelk te drinken krijgen. Juist voor een prematuur kind, omdat door de vroege geboorte het kind weinig of geen immuniteit van de moeder heeft meegekregen, en dat door moedermelk toch nog kan inhalen. Uit onderzoek blijkt dat een kind dat borstvoeding krijgt minder vaak een infectie krijgen, dus ook minder vaak een sepsis of een NEC doormaken. In moedermelk zitten voedingsstoffen die een kind nodig heeft om zich goed te kunnen ontwikkelen, zoals bepaalde vetten die helpen bij een goede hersenontwikkeling.
Veel moeders vinden het ook een fijn idee dat hun kind groeit van haar melk: dit is iets wat zij alleen kan geven. Als je kind in de couveuse ligt, moet je het al vaak aan de zorg van anderen overlaten, maar dit is iets wat alleen jij kunt doen. Bovendien geef je je kind iets extra’s mee: moedermelk heeft een beschermende werking. Moedermelk draagt bij aan de gezondheid van je kind, niet alleen nu, maar ook voor later. Er is veel bekend over de vele goede eigenschappen van moedermelk, er zijn veel organisaties die borstvoeding promoten. Hier vind je het protocol: Borstvoeding en Prematuur.
Het vraagt nogal wat doorzettingsvermogen van de moeder om in deze situatie de borstvoeding op gang te krijgen. Dit geldt zeker als het kind nog te klein is om zelf rechtstreeks uit de borst te drinken en er dus gekolfd moet worden. En het vraagt veel geduld en adequate kennis van de zorgverleners die betrokken zijn bij de zorg voor deze moeders en hun kinderen.
Overigens wordt er aan de afgekolfde melk vaak nog wel BMF (Breast Milk Fortifier) toegevoegd, daarin zitten extra calorieën, koolhydraten, eiwitten, vitaminen en mineralen. Dat kan natuurlijk alleen als het kind (een deel van ) de voeding via een sonde krijgt.
Drinken aan de borst is natuurlijk het allermooiste, maar een prematuur of ziek kind heeft er vaak de kracht niet voor, en bij te jonge kinderen is de zuigreflex nog te zwak. Het zal een kind pas lukken als het 32-34 zwangerschapsweken oud is. Wel zal je kindje tijdens het kangoeroeën op zoek naar de bron gaan, snuffelen aan je borst en misschien ook de tepel in het mondje nemen. Daarmee krijgt je kind wel allerlei sensorische prikkels (tast, reuk, warmte, auditief en visueel) tegelijkertijd aangeboden, die hij later, als hij echt gaat drinken, herkent en dan kan hij er ook motorisch (door middel van het drinken) op reageren.
In het begin zal je kindje nog maar een kleine hoeveelheid uit de borst drinken. Het is een ingewikkelde bezigheid: hij moet zuigen, de voeding naar de achterkant van zijn mond transporteren, en dan slikken, waarbij hij zijn ademhaling moet kunnen coördineren om te voorkomen dat er voeding in de luchtpijp komt. Soms zie je dan een saturatiedaling ontstaan (bij borstvoeding minder dan bij flesvoeding) en de baby moet die daling kunnen opvangen. Te premature baby’s kunnen dat nog niet, kunnen een forse saturatiedaling (‘dippen’) krijgen, raken buiten adem en krijgen het benauwd wat tot een apneu en bradycardie kan leiden.
Meer informatie
Informatie over borstvoeding kunt je krijgen bij verschillende organisaties, o.a.:
Deze organisaties hebben vaak ook een facebook pagina waar je terecht kunt voor contact met lotgenoten. Het is ook altijd goed om de lactatiekundige in het ziekenhuis van je kindje te raadplegen, ook zij hebben veel informatie en informatiemateriaal voorhanden.