Website Care4Neo logo

Wetenschappelijk onderzoek en richtlijnen spelen een belangrijke rol in de zorg. Ons perspectief zorg voor impact.

Actieve participatie van vader leidt tot minder mentale klachten en verbetering hechting

Actieve participatie van vader leidt tot minder mentale klachten en verbetering hechting

Door Sylvia Obermann (Care4Neo), Nicole van Veenendaal (arts-onderzoeker Neonatologie), Marijn Vermeulen (bestuurslid Care4Neo en kinderarts-neonatoloog)

Door Sylvia Obermann (Care4Neo), Nicole van Veenendaal (arts-onderzoeker Neonatologie), Marijn Vermeulen (bestuurslid Care4Neo en kinderarts-neonatoloog)

Afgelopen jaren is er gelukkig steeds meer aandacht voor de rol van ouders op de NICU: het belang van actieve betrokkenheid van ouders als volwaardige partners in de zorg voor hun baby is groot. Toch mag er ook meer aandacht zijn voor de betrokkenheid van vaders in de neonatale zorg. Van oudsher ligt de focus namelijk vaker op de moeder dan op de vader, ook bij wetenschappelijk onderzoek en ontwikkeling van richtlijnen. 

Onderzoek

Buitengesloten

Een opname van je kind op de neonatologie is niet alleen voor moeders, maar ook voor vaders een stressvolle gebeurtenis. Vaders kunnen heel specifiek het gevoel hebben dat ze worden “buitengesloten” van de zorg en de beslissingen die genomen moeten worden voor hun kind. Het gescheiden zijn van hun kind, zorgt niet alleen bij moeders voor veel stress maar ook bij vaders.

Naast de zorg voor hun kind worden ze vaak ook geacht om vele ballen tegelijkertijd hoog te houden in samenspraak met het thuisfront, en hebben ze vaak dubbele zorgen rondom moeder en kind. Ook vaders kunnen trauma, gevoelens van angst en depressie ervaren tijdens en na de opname van hun kind in het ziekenhuis.

Door wetenschappelijk onderzoek wordt in ieder geval steeds duidelijker dat de rol van de vader tijdens een ziekenhuisopname heel belangrijk is: niet alleen voor zijn eigen mentale gezondheid maar ook voor de gezondheid van zijn kind (en de moeder?)! Hoewel het voor ouders misschien een “open deur” lijkt, is het toch soms nodig om met onderzoek duidelijk te maken waar blinde vlekken in de zorg liggen. Resultaten en inzichten kunnen helpen om de zorg voor families te verbeteren. Dus een onderzoeksuitkomst over het belang van de rol van vader op de NICU kan zorgverleners alert maken op het ondersteunen van de vader in zijn rol in het leven van zijn kind op de NICU.

Sociale verwachtingen

Sinds 2015 is er een project gestart: ‘The Family Initiative’. (1) Op een Engelstalige website wordt al het wetenschappelijke onderzoek naar betrokkenheid van de familie bij de ouder- en kind-zorg verzameld. Hierbinnen ontstond een speciale werkgroep die zich specifiek richt op vaders in de neonatologie: “The International Neonatal Fathers Working Group”. Deze werkgroep schreef in 2018 een review (zie uitleg onderaan dit artikel) naar de betrokkenheid van vaders op de NICU. In deze review gebruikten zij 50 wetenschappelijke artikelen. (2) Zij concludeerden:

  • Begrip van én voor de vader-kind hechting en ondersteuning van co-ouderschap verbetert de gezondheid van de baby (beter gewicht/meer borstvoeding/ betere zuur stofwaarden/kortere opnameduur) en helpt om beide ouders voor de baby én elkaar te laten zorgen.
  • Vaders hebben vaker een ander startpunt dan moeders:
    a) Vaders worden niet als ‘natuurlijke’ verzorgers beschouwd zoals moeders.
    b) Er wordt van vaders verwacht dat ze doorgaan met werken en voor de andere kinderen zorgen.
    c) Sociale verwachtingen zijn anders, vaders worden geacht sterk te zijn en hun eigen stress te verbergen, vooral voor de moeder.
  • Vaders moeten niet alleen via de moeder worden ingelicht over de gezondheid van hun kind, maar ook direct contact met een zorgverlener is belangrijk en ook peer-to peer support van andere vaders kan daar bij helpen. Vanuit hun review doen de onderzoekers vervolgens ook aanbevelingen om de ervaringen van vaders positief te beïnvloeden en de werkwijze op afdelingen dusdanig te veranderen dat vaders ondersteund worden. De aanbevelingen zijn na te lezen in de samenvatting van het artikel via de link in de bronvermelding.

Thema’s bij vaders

Hearn et al (2020) deden een kwalitatief onderzoek (zie uitleg onderaan dit artikel). Zij onder zochten factoren die van invloed waren op de betrokkenheid, het vertrouwen en overtuigingen van vaders op de NICU. (3) Dit deden zij met een telefonisch interview met vaders ongeveer 5 jaar na de NICU opname van hun kinderen. De informatie uit de interviews werd geanalyseerd en er werden belangrijke gemeenschappelijke thema’s ontdekt die bij de meeste vaders een rol speelden: 

  • “Het was spannend”: vaders laten deze emoties misschien niet aan iedereen zien, maar ook zij zijn bang, onzeker, nerveus en bezorgd.
  • “Er gewoon zijn”: Vaders voelden zich heel hulpeloos en onzeker over wat te doen. Het weten dat “er gewoon zijn” in het ziekenhuis bij hun kind, bij hun partner ertoe doet, was een helpende gedachte. 
  • “Het is zwaar”: ouder zijn van een kind in het ziekenhuis is zwaar. Vaders moeten vaak al snel andere verantwoordelijkheden oppakken, zoals werk en eventuele zorg voor broertjes of zusjes. Dit is een enorme belasting naast de opname van je kind op de NICU. Vaders bleken veel steun te ervaren en krijgen van verpleegkundigen: zij spelen een (heel!) belangrijke rol in de ondersteuning van vaders. Verpleegkundigen stimuleerden vaders om dagelijks bij hun kind te zijn en zij gaven vaders een actieve rol in de zorg. De onderzoekers beschrijven ook dat de rol van de verpleegkundigen verder ging dan alleen ondersteuning op de NICU. Doordat verpleegkundigen aan vaders het vertrouwen gaven in hun rol op de NICU ontwikkelden vaders meer zelfvertrouwen en kennis als ouder tijdens de babytijd van hun kind. 

Minder stress

Uit ander onderzoek blijkt dat het betrekken van vaders bij de zorg, in sommige geval len de vaders juist meer stress kan geven. (4) Het is daarom belangrijk dat de verpleegkundigen daar alert op zijn en maat werk leveren: “verpleegkundigen kunnen de rol van de vaders ondersteunen door bewustwording van de stress van de vaders, de stress van de vaders te herkennen en daarop in te spelen.” (5)

De invloed van het zorgmodel op de mentale gezondheid van vader

Ook in Nederlands onderzoek is er aandacht voor de rol van de vader. Recent publiceerde Van Veenendaal et al (2022) de bevindingen van hun Nederlandse cohortonderzoek (zie uitleg onderaan dit artikel) naar de invloed van Family Integrated Care (FICare) op de mentale gezondheid van vader op moment van ontslag van hun kind naar huis. (6) 

FICare

FICare is een zorgmodel waarbij de ouders als belangrijkste partner in de zorg voor hun kind worden gezien. In dit onderzoek werd gekeken naar wat de effecten van een FICare setting waren, vergeleken met standaard zorg op de mentale gezondheid van vaders bij ontslag van hun kind uit het ziekenhuis. In de FICare setting waren er familiekamers met zorg voor moeder en kind, kregen ouders scholing over de zorg voor hun kind, deden zij mee aan de artsen-visite en was het zorgpersoneel speciaal getraind in het ondersteunen van ouders. Dit werd vergeleken met de gebruikelijke zorg op een zaal met meerdere couveuses waar rooming-in niet mogelijk is, er geen terugkerende scholing voor ouders was en ook ouderlijke aanwezigheid bij de visite niet standaard was. 

In deze studie werden 263 vaders geïncludeerd: 126 vaders in de FICare setting en 137 vaders in standaard zorg. Bij ontslag van hun kind naar huis vulden alle vaders gevalideerde vragenlijsten in over o.a. hun stressniveau, symptomen van angst en depressie, de mate van ouder-kind hechting en over hun betrokkenheid in de zorg voor hun kind. Vaders in de FICare setting hadden lagere stress-sco res dan de vaders in standaard zorg.

Vaders in FICare scoorden hoger op participatie in de dagelijkse en medische zorg voor hun kind. Ook waren zij vaker aanwezig bij hun kind op de afdeling en hadden ze minder behoefte om zelf informatie op te zoeken. Zij waren ook vaker intensiever betrokken bij de verzorging en medische handelingen van hun kind (sondevoeding geven, toestand van hun kind beoordelen, samen visite doen) en konden vaker zelfstandig participeren in de zorg voor hun kind in vergelijking met vaders in de standaard zorg.

De mate van betrokkenheid was direct gerelateerd aan de mate van depre sieve symptomen: hoe meer betrokken bij de zorg, des te beter de mentale gezondheid én hechting met hun kind. Deze bevinding stond eigenlijk los van het FICare model (de familie kamers). Dit betekent dat ook op plekken waar zorg gegeven wordt op zaal, het belangrijk is om vaders te ondersteunen om actief betrokken te zijn bij de zorg voor hun kind.

De rol van beide ouders

Kortom, pas sinds de laatste jaren is er meer aandacht voor de rol van beíde ouders en wordt er onderzoek gedaan naar specifieke problemen en behoeftes die vaders (kunnen) hebben. Vanuit Care4Neo vinden we het belangrijk dat die inzichten ook naar de praktijk worden vertaald. Bij het beoordelen van richtlijnen en nieuwe onderzoeks voorstellen proberen we er daarom zo veel mogelijk aandacht voor te hebben dat de stem van béide ouders gehoord wordt. 

Wat is kwalitatief onderzoek?

Bij kwalitatief onderzoek gaat het om waarnemingen en achterliggende overtuigingen van mensen. De onderzoeker gaat op zoek naar de verklaring waarom en hoe gebeurtenissen plaatsvinden. Daarvoor maakt hij bijvoorbeeld gebruik van diepte-interviews en observaties. Of hij laat mensen in kleine groepen (zogeheten ‘focusgroepen’) een discussie voeren over bepaalde vraagstellingen. Daarbij focust hij op de manier waarop mensen de dingen om hen heen interpreteren en welke betekenis zij daaraan geven. Met deze bevindingen komt de onderzoeker weer tot nieuwe hypothesen.

Wat is een systematische review?

Bij deze methode gaat de onderzoeker rond een bepaald onderwerp in de wetenschappelijke literatuur op zoek naar bevindingen uit eerder onderzoek. Hij legt op basis van wat hij vindt allerlei verbanden. Dat gaat niet uit de losse pols, maar systematisch, transparant en reproduceerbaar. De onderzoeker start vanuit een expliciete vraagstelling. Hij volgt een uitgebreide zoekstrategie, selecteert op ondubbelzinnige wijze de onderzoeken die hij wil raadplegen, beoor deelt de kwaliteit ervan en presenteert op een overzichtelijke manier de resultaten.

Wat is een cohort onderzoek?

Dit is een onderzoeksmethode waarbij de deelnemers gedurende een langere tijd worden gevolgd. De onderzoeksgroep wordt samengesteld op basis van wat de onderzoeker wil bestuderen. Een cohortstudie wordt bijvoorbeeld gebruikt om te kijken hoe een behandeling of een zorgmodel uitpakt.

Bronnen:

  1. Neonatal Fathers | Family Initiative
  2. Fisher D, Khashu M, Adama EA, Feeley N, Garfield CF, Ireland J, Koliouli F, Lindberg B, Nørgaard B, Provenzi L, Thomson-Salo F, van Teijlingen E, Fathers in neonatal units: Improving infant health by supporting the baby-father bond and mother-father coparenting, Journal of Neonatal Nursing. Volume 24, Issue 6, 2018, Pages 306 312, ISSN 1355-1841
  3. Hearn G, Clarkson G, Day M. The Role of the NICU in Father Involvement, Beliefs, and Confidence: A Follow-up Qualitative Study. Adv Neonatal Care. 2020 Feb;20(1):80-89. doi: 10.1097/ANC.0000000000000665.
  4. Noergaard B, Ammentorp J, Garne E, Fenger-Gron J, Kofoed PE. Fathers’ Stress in a Neonatal Intensive Care Unit. Adv Neonatal Care. 2018 Oct;18(5):413-422. doi: 10.1097/ANC.0000000000000503.
  5. Lee Bron J, Hemmink M, Wielenga JM. De rol van vader op de NICU. Abstract Amsterdam Symposium. Februari 2020.
  6. van Veenendaal NR, van der Schoor SRD, Broekman BFP, et al. Association of a Family Integrated Care Model With Paternal Mental Health Outcomes During Neonatal Hospitalization. JAMA Netw Open. 2022;5(1):e2144720.
Terug naar boven