Website Care4Neo logo

Wij zijn er de hele reis van klein naar groot. Met informatie om je te ondersteunen als je kind te vroeg, te licht en ziek geboren wordt.

Onderzoeksapparatuur

Onderzoeksapparatuur

Onderzoeksapparatuur

Op de neonatologie wordt je kindje regelmatig onderzocht om eventuele complicaties vroegtijdig op te sporen en waar nodig in beeld te brengen. Dat gebeurt behalve op het oog en via de monitor ook met onderstaande apparaten:

SEINTJE NODIG-Iris Catsburg-Carmenkreuzefotografie-104.jpg

(a)EEG

Op de afdeling, met name op een NICU, zie je wel eens een kind met plakkertjes of naaldjes op het hoofdje: er wordt een (a)EEG gemaakt, (die (a) staat voor ‘automatic’, een geautomatiseerde vorm van EEG die 24 uur per dag de hersenactiviteit meet). Die naaldjes/plakkertjes blijven enkele dagen zitten. Hersenactiviteit kan ook gemeten worden met NIRS (Near InfraRed Spectrascopy), een apparaat waarover nog niet alle NICU’s beschikken.

CFM

Een andere hersenmonitor is de CFM (Cerebrale Functie Monitor). Dit is een apparaat waarmee de activiteit van de hersenen continu in de gaten wordt gehouden, via drie kleine elektrodes op het hoofdje.

Echo

Er zal regelmatig een echo gemaakt worden bij je kindje. Een echo is nauwelijks belastend voor het kind en er kan veel op worden gezien. Zo kan er via de fontanel een echo gemaakt worden van de hersenen waarop gezien kan worden of er geen beschadigingen optreden. Ook van de nieren en andere organen kan een echo worden gemaakt. Op die manier wordt de gezondheid van je kindje goed in de gaten gehouden.

MRI

Vaak wordt twee keer per week een echo van de hersenen gemaakt en soms wordt er ook een MRI van de hersenen gemaakt. En het kan zijn dat er een MRI-scan gemaakt moet worden van je kindje. Daar is nog geen mobiele apparatuur voor en daarvoor moet je kindje dus van de afdeling af. De ouders mogen meelopen met de transportcouveuse naar de ruimte waar de MRI-scanner staat. Soms mogen ze niet mee naar binnen. Op zich is dat vreemd, omdat het geen kwaad kan om bij je kind te blijven. Het kind wordt stabiel neergelegd en krijgt soms een roesje in de MRI-scanner.

Een van de grootste nadelen van het maken van een dergelijke scan is dat je kind een aantal MRI Transportcouveuse keren moet worden overgelegd: uit zijn eigen couveuse in de transportcouveuse, en uit de transportcouveuse in de MRI en later ook weer terug. Het steeds overleggen is voor je kindje erg stressvol. In een aantal ziekenhuizen hebben ze – soms dankzij fondsen – een MRI-transportcouveuse kunnen aanschaffen. Speciaal, omdat het kind dan met de (volledig metaalvrije) couveuse de scanner in kan, rustiger ligt en het onderzoek korter duurt.

We kunnen hier niet alle apparatuur noemen: vooral een NICU is een vaak zeer geavanceerde omgeving met heel veel techniek en heel veel mogelijkheden. Mocht je bij jouw kindje apparaten tegenkomen waarvan je niet zeker weet wat ze doen, vraag dan aan de verpleegkundigen of artsen om uit te leggen waar ze voor nodig zijn.

Terug naar boven