Website Care4Neo logo

Wij zijn er de hele reis van klein naar groot. Met informatie om je te ondersteunen als je kind te vroeg, te licht en ziek geboren wordt.

Zintuiglijke problemen

Zintuiglijke problemen

Als gevolg van alles wat er gebeurd is in de couveuseperiode, kan een kind slechtziend of zelfs blind zijn. Ook kunnen er problemen zijn met het gehoor. Omdat dit goed gevolgd wordt, is vaak al vrij snel duidelijk dat deze problemen er zijn. Natuurlijk geven deze beperkingen ook problemen op school. Gelukkig is er voor deze kinderen wel veel begeleiding. Voor kinderen met een visuele beperking zal dit vanuit instellingen als Visio en Bartimeus geregeld worden.

Speciaal basisonderwijs

Problemen met het gehoor worden tegenwoordig al vroeg ontdekt, meestal al in de ziekenhuisperiode. Ouders van kinderen met auditieve problemen kunnen terecht bij de NSDSK. Meestal worden de contacten al in de ziekenhuisperiode gelegd.

Leerproblemen

Veel couveusekinderen zijn kwetsbaar wat betreft de leerprocessen op de schoolleeftijd. Vaak vallen de eerste levensjaren mee, maar het neurologisch systeem ontwikkelt zich verder. Op de schoolleeftijd, bij het leren, worden er meer specialistische, gedifferentieerde eisen gesteld aan de hersenfuncties en dan merk je dat het leerproces wel kan haperen. Dat wil zeggen dat het lezen, spellen en vaak ook het rekenen wel komt, maar niet in het tempo dat ‘normaal’ is in het reguliere basisonderwijs.

Couveusekinderen hebben, vaak meer last van leerproblemen. Je kunt hier spreken van een ontwikkelingsachterstand, maar helaas niet in de zin van dat het ‘over’ gaat. Het leren lezen en spellen gaat niet altijd vanzelf. Het kan extra inspanning en oefening kosten, dus het leertempo is en blijft minder snel verlopen. Het leren van een tweede taal is in zulke omstandigheden een extra belasting, maar de positieve kant is dat het een extra uitdaging kan zijn.

Leermoeilijkheden en leerstoornissen

Leerproblemen is de verzamelnaam voor leermoeilijkheden en leerstoornissen, waarbij een duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen deze twee. Een kind heeft leermoeilijkheden als het moeilijk mee kan op school. Er kan hiervoor een aanwijsbare oorzaak gevonden worden. De oorzaak kan in het kind zelf gelegen zijn:

  • het kind kan een zwakke verstandelijke aanleg hebben waardoor het over het algemeen moeilijk mee kan op school;
  • het kind ziet of hoort slecht waardoor het leren belemmerd wordt;
  • het kind heeft een neuromotorische stoornis waardoor het moeilijk mee kan op school;
  • het kind kan emotionele – of gedragsproblemen hebben waardoor het ook problemen kan hebben met leren.

De oorzaak kan ook in de omgeving liggen, bijvoorbeeld:

  • in de opvoedingomstandigheden;
  • gebrekkig onderwijs, inadequate didactische methoden;
  • veelvuldig ziekteverzuim;
  • veel veranderingen van school;
  • onderwijs in een andere taal dan de moedertaal.

Leerstoornis

Een leerling met een leerstoornis is een leerling die moeilijkheden heeft met één of meerdere schoolse vakken, maar waarbij andere gebieden van de ontwikkeling niet verstoord zijn. De oorzakelijke verbanden zijn niet direct aanwijsbaar. Leerstoornissen zijn problemen, die het leren van specifieke vaardigheden zoals lezen, spellen en rekenen belemmeren, maar weinig of geen invloed uitoefenen op het leren in ruimere zin (zoals dyslexie of dyscalculie maar ook extreme traagheid).

Voor een aantal leerlingen met leerproblemen zullen testen en eventueel diagnosticeren nodig zijn om te kunnen komen tot een adequaat plan van aanpak. In het onderwijs wordt onderscheid gemaakt tussen didactisch onderzoek en psychologisch onderzoek. Soms is er van tevoren al een vermoeden welk leerprobleem een kind heeft. De psycholoog voert dan naast intelligentie- en persoonlijkheidstesten ook nog aanvullend didactisch onderzoek uit. Dit is bijvoorbeeld het geval met onderzoek naar dyslexie.

Adviezen

Het is goed de lees- en schrijfproblemen snel te signaleren en extra ondersteuning te bieden in de vorm van Remedial Teaching of bijles. Veel oefenen en uitzoeken op welke manier het lezen en spellen verbeterd kan worden, is aan te raden.

Vooral goed oog hebben voor de relatief sterke kanten van het kind. Deze benutten om het kind te helpen en te steunen in het ontwikkelen van een positief zelfbeeld zodat het kind niet steeds denkt: “Ik kan toch niet goed leren”. Dit helpt een beetje vechtlust te ontwikkelen die deze kinderen altijd nodig zullen hebben om verder te leren.

Als ouder ben je altijd heel belangrijk om te steunen in het overwinnen van de tegenslagen. Vooral door te complimenteren als het kind vorderingen maakt. Maar ook door begrip te tonen bij tegenslag, en door niet te beschermend te zijn.

Bron: o.a. Elske Sigmond, orthopedagoog faculteit Sociale Wetenschappen, Leiden

Terug naar boven