Website Care4Neo logo

Wij zijn er de hele reis van klein naar groot. Met informatie om je te ondersteunen als je kind te vroeg, te licht en ziek geboren wordt.

Cervixinsufficiëntie

Cervixinsufficiëntie

Zwakte van de baarmoederhals is één van de oorzaken van (extreme) vroeggeboorte. 

Cervixinsufficiëntie (zwakte van de baarmoederhals) is één van de oorzaken van (extreme) vroeggeboorte. Bij cervixinsufficiëntie opent de baarmoedermond zich spontaan (zonder al te veel klachten). Hierbij kunnen de vliezen uit de baarmoedermond puilen. Het is vaak niet bekend waarom de baarmoedermond open gaat staan. Het komt echter vaker voor bij vrouwen die:

  • geopereerd zijn aan de baarmoedermond

  • familieleden hebben met extreme vroeggeboorte

  • een ruptuur van de baarmoedermond hebben gehad

  • een afwijkende vorm van de baarmoeder (een uterusanomalie) hebben

Doordat de baarmoedermond openstaat, is er een open verbinding met de buitenwereld. Hierdoor is de kans dat de bevalling op gang komt erg groot, waardoor het kind veel te vroeg geboren wordt. We spreken dan ook over een dreigende (extreme) vroeggeboorte.

Behandeling

Afhankelijk van de situatie is het mogelijk om te proberen de vliezen terug in de baarmoeder te brengen en de baarmoedermond vervolgens af te sluiten met behulp van een transvaginale noodcerclage (bandje om de baarmoedermond). Dit is een zeer risicovolle ingreep, waarbij uiteindelijk 74% van de kinderen overleeft.
Als je in het verleden een zwangerschap hebt gehad met cervixinsufficiëntie, dan kom je bij een volgende zwangerschap in aanmerking voor een transvaginale cerclage of transabdominale cerclage bij 13-14 weken zwangerschap.

Wat is een cerclage?

Een bandje om de baarmoedermond wordt een cerclage genoemd. De meest voorkomende reden voor het plaatsen van een cerclage is dat de baarmoedermond te zwak is om de zwangerschap tot het einde uit te dragen (cervixinsufficiëntie). Het doel van een cerclage is om de baarmoedermond  te sluiten en gedurende de zwangerschap gesloten te houden en zo vroeggeboorte te voorkomen. De behandeling kan op 2 manieren plaatsvinden:

  • via de vagina (transvaginaal)
  • via de buik (transabdominaal)

Bij de meeste vrouwen met cervixinsufficiëntie is een transvaginale cerclage voldoende om de zwangerschap tot een goed termijn te brengen. Soms is een transabdominale cerclage nodig. 

Er zijn 3 hoofdredenen om een cerclage te plaatsen:

  1. medische voorgeschiedenis (history-indicated)
  2. verkorting van de baarmoedermond (echo-indicated)
  3. ontsluiting vroeg in de zwangerschap (dilatation-indicated)

Transvaginale cerclage

Bij een transvaginale cerclage plaatsen we tijdens de zwangerschap via de vagina een bandje om de baarmoedermond. Vaak plaatsen we cerclages uit voorzorg bij 13-14 weken zwangerschap bij vrouwen die een verhoogd risico lopen op cervixinsufficiëntie tijdens de zwangerschap. Deze ingreep verlaagt de kans op herhaling van vroeggeboorte en de meeste zwangerschappen komen tot een vergevorderd zwangerschapstermijn. Maar ook als de baarmoedermond zonder lichamelijke klachten verkort, kunnen we een transvaginale cerclage plaatsen tot 24 weken. Een verkorte baarmoeder ontdekken we tijdens een echo.

De operatie
Voor en na de operatie controleert de zaalarts de hartslag van de baby. Tijdens de operatie wordt de baarmoedermond voorzichtig vastgepakt met instrumenten, waarna de gynaecoloog een stevige, niet-oplosbare band rond de baarmoedermond legt. Na de operatie geeft de verpleegkundige je soms een zetpil om eventuele baarmoederkrampen te verlichten. Meestal kun je na de ingreep dezelfde of de volgende dag weer naar huis.

Cerclage verwijderen
De cerclage wordt meestal verwijderd bij 36 weken zwangerschap. De meeste vrouwen zullen dan niet direct gaan bevallen, maar bevallen vaak rond de uitgerekende datum.

Noodcerclage

Als de cervixinsufficiëntie tijdens de zwangerschap ontdekt wordt (wanneer er al enige ontsluiting is voor de voor de 24 weken zwangerschap en de vliezen al uit de baarmoedermond puilen), dan kan dit behandelt worden met een noodcerclage.

De ingreep
Bij een noodcerclage plaatsen we tijdens de zwangerschap (via de vagina) een bandje om de baarmoedermond. Dit is een zeer risicovolle ingreep, waarbij uiteindelijk 74% van de kinderen overleeft. Deze cerclage plaatsen we onder algehele anesthesie. Vervolgens nemen we je langdurig op in het ziekenhuis om de zwangerschap goed te monitoren.

Cerclage verwijderen
De cerclage verwijderen we als alles goed gaat bij 36 weken, maar dit kan ook eerder als de bevalling doorzet. Gemiddeld komen eenlingzwangerschappen 7-8 weken verder, terwijl tweelingzwangerschappen 5-6 weken verder komen.

Wist je dat niet elk ziekenhuis 24/7 een team heeft voor transvaginale noodcerclages. Het RadboudUMC heeft In overeenstemming met de landelijke richtlijnen,een gespecialiseerd team om noodcerclages dag en nacht uit te voeren.

Transabdominale cerclage

Een cerclage kan ook via de buik geplaatst worden. Zwangeren met een verhoogd risico op cervixinsufficiëntie in de zwangerschap komen in aanmerking voor een transabdominale cerclage als een eerdere transvaginale cerclage geen succes had of het technisch niet mogelijk is om een transvaginale cerclage te plaatsen. Meestal wordt een transabdominale cerclage uit voorzorg bij 13-14 weken zwangerschap onder algehele anesthesie geplaatst. De transabdominale cerclage blijft in principe levenslang zitten. Dit betekent dat de cerclage voor eventuele volgende zwangerschappen ook weer gebruikt kan worden en dat je altijd per keizersnede zal moeten bevallen

Terug naar boven