Woordenlijst (index)
Verklarende woordenlijst
ALGO
Gehoortest, waarbij signalen worden gemeten via elektroden op de schedel. Dit kan terwijl je kind slaapt.
Apgarscore
Test waarbij gekeken wordt naar hartslag, ademhaling, kleur, spiertonus en reflexen na de geboorte.
Apneu
Een baby heeft een apneu als de ademhaling stokt, vaak omdat de hersenen nog niet rijp zijn. Baby’s met veel apneus krijgen vaak medicijnen die de ademhaling stimuleren. Zoals coffëine of theophylline. Doordat de baby aan de monitor ligt, wordt een apneu geregistreerd. ‘Aantikken’ is vaak genoeg om het kindje weer te laten ademhalen. Soms begint de baby uit zichzelf weer met ademen. Zie neonatologie > complicaties > longen.
Aminozuren
De kleinste eenheden van eiwitten zijn aminozuren. Eiwitten zijn lange ketens van aan elkaar gekoppelde aminozuren. In het laatste deel van de zwangerschap vormen ze ook een belangrijk bouwstof voor de hersenontwikkeling van het kind in de baarmoeder of in de couveuse.
Arterie
Slagader.
Bacteriële vaginose
Verstoring van het bacteriële evenwicht in de vagina. Doordat de zuurgraad in de vagina uit evenwicht is, krijgen ‘slechte’ bacteriën de kans om overmatig te groeien.
Beademen
Hiervan is sprake als de ademhaling van de baby is overgenomen door een beademingsapparaat. Het kind krijgt slangetjes door de luchtpijp en kan daardoor niet huilen. De hoeveelheid zuurstof, de kracht waarmee dit naar binnen wordt geblazen, de frequentie (het aantal inblazingen per minuut) en de tijdsduur van de in- en uitademing worden per baby nauwkeurig geregeld. Zie neonatologie > apparatuur > ademhalingsondersteuning.
Bilirubine
Afbraakproduct van rode bloedcellen, dat de eerste dagen na de geboorte een gele verkleuring van de huid veroorzaakt. Bij te vroeg geborenen komt het vaker voor dan bij op tijd geboren baby’s dat de lever nog niet goed werkt. De baby’s worden dan geel en soms slaperig omdat ze te veel bilirubine in hun bloed hebben.
BPD
Broncho Pulmonale Dysplasie, term voor chronische longziekte, zie ook CLD. Zie neonatologie > complicaties > longen
Bradycardie
Een baby heeft een bradycardie, ook vaak ‘brady’ genoemd, als de hartslag te laag is. Soms is een apneu hiervan de oorzaak. Zie neonatologie > complicaties > hart.
Bronchiolitis
Ontsteking van de kleine vertakkingen (bronchioli) van de luchtpijp. Bronchiolitis komt voornamelijk bij kleine kinderen voor, vooral in de winter.
Buidelen
Huid-op-huid contact, waar je kindje(s) op je blote borst liggen. (kangoeroeën). Zie neonatologie > ontwikkelingsgerichte zorg
Cervixinsufficiëntie
Een zwakke baarmoederhals/baarmoedermond. Zie zwangerschap > complicaties > zwakke baarmoederhals
CFM
Dit is een apparaat waarmee de activiteit van de hersenen continu in de gaten wordt gehouden, via drie kleine elektrodes op het hoofd. Zie neonatologie > apparatuur > onderzoeksapparatuur
CLD
Chronic Lung Disease, chronische longziekte, ontstaan door beschadiging van de longen (vaak na beademing). Zie babytijd > thuiskomst > zuurstof
Contractie
Samentrekken van de baarmoeder oftewel weeën.
Corticosteroïden
Bijnierschorshormonen die de longrijping bevorderen en de bloedsomloop stimuleren. Zie zwangerschap > ziekenhuisopname > longrijping
Couveuse
In feite is een couveuse niets meer dan een kijkdoos van kunststof, waarin onder meer temperatuur en luchtvochtgehalte zeer nauwkeurig geregeld kunnen worden. In de couveuse zitten deurtjes, waar je je handen door kunt steken om je baby te verzorgen. Ook kan de hele zijkant worden opengeklapt zodat de baby erin gelegd of eruit gehaald kan worden, of zodat jij dichter bij je kindje kunt zijn. Zie neonatologie > apparatuur > couveuse.
CPAP
De afkorting staat voor Continuous Positive Airway Pressure. Het is een therapie die de eigen ademhaling van de baby ondersteunt en stimuleert. CPAP wordt gegeven door middel van één of twee slangetjes in het neusje. Met behulp van een slangetje in de neus-keelholte wordt een verhoogde druk op de longen gebracht. Door de hogere druk worden de longblaasjes open gehouden, terwijl de baby wel zelfstandig ademhaalt. Zie neonatologie > apparatuur > ademhalingsondersteuning
CTG
Cardiotocogram, een registratie van de hartslag van het kind en de weeën activiteit.
Cyanose
Blauwe verkleuring van de huid als gevolg van verminderd zuurstofgehalte in het bloed. Zie neonatologie > complicaties > longen
DES
DES is een synthetisch hormoon, een oestrogeen, dat tussen 1947 en 1976 werd voorgeschreven aan zwangere vrouwen om een miskraam te voorkomen.
DHA-vetzuren
Meervoudig onverzadigde zeerlangketen vetzuren (omegavetzuren) die van belang zijn voor onder meer de ontwikkeling van het gezichtsvermogen.
Ductus Botalli
Een kind in de baarmoeder heeft een verbindingsader tussen de aorta en de longslagader. Die ader heet de ductus botalli, en sluit kort na de geboorte.
Dysmatuur
Baby’s die bij de geboorte aanzienlijk minder wegen dan wat bij de zwangerschapsduur zou moeten, worden dysmatuur genoemd. Sommige kinderen zijn zowel prematuur (geboren na een zwangerschap korter dan 37 weken) als dysmatuur. Dysmaturiteit kan verschillende oorzaken hebben, zoals een niet goed werkende placenta. Dysmaturiteit wordt ook wel ‘intra-uteriene groeivertraging’ (intra-uterien = in de baarmoeder) genoemd. Zie zwangerschap > complicaties > groeivertraging.
ECG
De afkorting staat voor Electro Cardio Gram, hiermee wordt een hartfilmpje bedoeld.
EEG
De afkorting staat voor Electro Encephalo Gram (EEG), dit is een instrument om de activiteit van de hersenen te bepalen. Zie neonatologie > apparatuur > onderzoeksapparatuur
Enterale voeding
Voeding rechtstreeks in het maagdarmstelsel via een sonde. Dat is een slangetje door de neus of door de keel, dat uitkomt in de maag. Zie neonatologie > voeding > sondevoeding
Fontanel
Opening tussen de schedelbeenderen, waardoor het kind tijdens de bevalling door het bekken van de moeder heen kan. De fontanel is rond de leeftijd van 12 tot 18 maanden dichtgegroeid.
Fototherapie (“blauwe lamp”)
Bij te vroeg geborenen komt het vaker voor dan bij op tijd geboren baby’s dat de lever nog niet goed werkt. De baby’s worden dan geel en soms slaperig omdat ze te veel bilirubine in hun bloed hebben. Om te voorkomen dat dit bilirubine de hersenen en het gehoor beschadigt, wordt dit stofje met behulp van lampen afgebroken. Dat heet fototherapie. Soms ligt de baby op een matje en soms onder een blauwe lamp. Het ligt dan bloot in de couveuse met een oogbeschermer op. Zie neonatologie > apparatuur > fototherapie
HFO (HFB) (Trilbeademing)
HFO/HFB staat voor Hoog Frequente Oscillatie /Hoog Frequente Beademing. Bij deze manier van beademen worden de longblaasjes open gehouden door met een hoge frequente en hoge druk lucht in de longetjes te persen. Dat zie je aan je baby doordat hij ligt te trillen. Alhoewel het er niet zo uitziet, is deze manier van beademen is voor de baby comfortabeler dan de traditionele beademing. Zie neonatologie > apparatuur > ademhalingsondersteuning
High Care
Als je baby op de NICU iets minder intensieve zorg nodig heeft, wordt het overgeplaatst naar de High Care. Dat kan in hetzelfde ziekenhuis zijn of naar een ander ziekenhuis (vaak dichter in de buurt) waar een ‘post-IC’ of High Care afdeling is voor pasgeborenen. Zie neonatologie > neonatologie en nicu
Hydramnion
Te grote hoeveelheid vruchtwater.
Hypoglycemie
Te laag bloedsuikergehalte.
Intraveneus
In een ader.
IRDS
Deze afkorting staat voor Idiopathic Respiratory Distress Syndrome. IRDS ontstaat door onrijpheid van de longen. Daardoor blijft er niet, zoals normaal, een beetje lucht in de longblaasjes achter, maar slaan na een ademhaling de longblaasjes dicht. De volgende ademhaling vereist dan te veel inspanning, met als gevolg dat er te weinig zuurstof in het bloed komt en er een ophoping van koolzuur plaats vindt. Baby’s met IRDS hebben ondersteuning nodig bij het ademhalen. Zie neonatologie > complicaties > longen
Kangoeroeën
Huid-op-huid contact, waar je kindje(s) op je blote borst liggen. (buidelen). Zie neonatologie > ontwikkelingsgerichte zorg
Klaplong
Als een longblaasje knapt (soms door te hoge druk bij beademing en soms spontaan), komt er lucht tussen de long en de wand van de borstkas. Daardoor klapt de long van de baby in, wat zorgt voor ernstige ademhalingsproblemen. Met een slangetje moet dan de lucht uit de borstholte worden gezogen. Hiervoor krijgt het kindje pijnstilling. Zie neonatologie > complicaties > longen
Low-flow-systeem
Zuurstoftoediening via sprietjes in de neus, Hiermee wordt een slangetje bedoeld, dat wordt aangesloten op de zuurstoftoevoer, en onder de neus door wordt geleid. De aangeboden extra zuurstof wordt gewoon ingeademd, zonder overdruk. Dit wordt ook wel neusbrilletje of snorretje genoemd. Zie neonatologie > apparatuur > ademhalingsondersteuning
Maagretentie
Achtergebleven vocht of onverteerde voeding in de maag.
Meconium
Meconium is de eerste ontlasting van de baby. Als een baby het benauwd heeft in de buik, poept hij soms al voor de geboorte. Dit meconium kan dan via het vruchtwater in de longen van de baby terecht komen, wat het ademhalen bemoeilijkt.
Medium Care
In de meeste perifere ziekenhuizen (streekziekenhuizen) wordt ´Medium Care´ gegeven. Een baby die zonder complicaties geboren wordt na een zwangerschap van 32 tot 37 weken, gaat meestal naar een Medium Care-afdeling. Ook kinderen die eerst op een NICU of High Care-afdeling werden verzorgd, worden hier naartoe verplaatst als het goed met ze gaat voor het afbouwen van de bewaking, de overgang naar een wiegje en het leren drinken. Zie neonatologie > neonatologie en nicu
Monitor
Apparaat waarop hartslag en ademhaling te zien is. Zie neonatologie > apparatuur > monitor
Navelkatheter
Infuus dat via de navelstomp is ingebracht en waardoor vocht en medicijnen gegeven kunnen worden.
NEC
Necrotiserende Enterocolitis (NEC) is een ernstige complicatie van vroeggeboorte. Het is een zeer ernstige infectie van de darm. De darm is dan heel kwetsbaar en kan over een groot stuk ontstoken raken. In ernstige gevallen kan een stuk darm verloren gaan of treedt buikvliesontsteking op. Vaak wordt er operatief ingegrepen en wordt het aangetaste deel van de darm verwijderd. De baby krijgt dan (meestal tijdelijk) een stoma.
In minder ernstige gevallen helpt het om antibiotica te geven en tijdelijk te stoppen met voeding. Het kind krijgt de nodige voedingsstoffen dan via een infuus. Zie neonatologie > complicaties > spijsvertering
Neusbrilletje
Hiermee wordt een slangetje bedoeld, dat wordt aangesloten op de zuurstoftoevoer, en onder de neus door wordt geleid. De aangeboden extra zuurstof wordt gewoon ingeademd, zonder overdruk. Dit wordt ook wel snorretje of low-flow systeem genoemd. Zie neonatologie > apparatuur > ademhalingsondersteuning
NICU
De afkorting staat voor Neonatale Intensive Care Unit; de Intensive Care-afdeling voor pasgeborenen. Hier worden ernstig zieke of extreem premature/dysmature baby´s opgenomen. Er zijn in Nederland tien ziekenhuizen met een NICU, acht academische (aan een universiteit verbonden) en twee niet-academische. Het zijn allemaal opleidingsziekenhuizen. Zie neonatologie > neonatologie en nicu
Oedeem
Vochtophoping in de weefsels.
Open ductus
Een kind in de baarmoeder heeft een verbindingsader tussen de aorta en de longslagader. Die ader heet de (open) ductus botalli, en sluit kort na de geboorte. Als een baby (veel) te vroeg wordt geboren, is dat sluiten niet zo vanzelfsprekend. Soms sluit hij wel, maar niet goed.
Het gevolg is dat het bloed dat al met zuurstof verrijkt is, terugstroomt naar de longslagader, maar dat bloed kan geen zuurstof meer opnemen omdat het al voorzien is. Het hartje van het kind moet er wel extra hard door werken en dat is natuurlijk niet goed. Soms wordt geprobeerd de ductus alsnog te laten sluiten door het verminderen van vocht. Er zijn ook medicijnen die kunnen helpen. Vaak werkt dit voldoende en hoeft er niet ingegrepen te worden.
Als de baby er te veel last van heeft (benauwd, infecties van de luchtwegen), kan er met een kleine operatie ingegrepen worden waarbij de ader wordt dichtgemaakt. Deze operatie kan vaak op de neonatologieafdeling zelf worden gedaan. De trend is echter om (langer) af te wachten en niet in te grijpen. Zie neonatologie > complicaties > hart
Parenterale voeding
De meest belangrijke voedingsmiddelen worden met een infuus aan je baby gegeven. Bijvoorbeeld omdat het (tijdelijk) (nog) geen voeding verdraagt. Zie neonatologie > voeding > sondevoeding
Prebiotica
Voedingsvezels die bijdragen aan de ontwikkeling van gezonde bifidus- en lactobacillusbacteriën in de darm.
Prematuur
Baby´s die te vroeg (voor 37 weken zwangerschap) zijn geboren. Extreem prematuur zijn kinderen die geboren worden na een zwangerschap van minder dan 32 weken. Letterlijk betekent het “voor de rijpheid”.
Probiotica
Dit zijn gezonde bifidus- en lactobacillusbacteriën de mogelijk schadelijke bacteriën in de darm minder laten groeien en zo mogelijk bijdragen aan de afweer tegen infecties.
Prostaglandine
Stofje dat lijkt op een hormoon en dat de baarmoeder stimuleert tot samentrekkingen.
ROP
ROP staat voor retinopathie van de prematuur. Hierbij is het netvlies van de ogen beschadigd. Deze handicap kan ontstaan bij kinderen die behandeld zijn met extra zuurstof. Daarom worden alle kinderen die geboren zijn na een zwangerschap korter dan 32 weken en baby’s die extra zuurstof hebben gehad regelmatig onderzocht door de oogarts, ook als ze al zijn overgeplaatst naar een algemeen ziekenhuis. Als het netvlies afwijkingen vertoont, kan een tijdige operatieve behandeling (meestal een laserbehandeling) vaak volledige blindheid voorkomen. Zie neonatologie > complicaties > zintuigen
POST-IC
Post-IC´s zijn eigenlijk satellieten van de NICU´s. Als een kind niet meer de zeer intensieve zorg van de NICU nodig heeft, wordt het – indien mogelijk – overgeplaatst naar een ziekenhuis met een Post-IC. Meestal betreft de Post IC één of twee bedjes (couveuses) op de High Care-afdeling van een groot ziekenhuis. Zie neonatologie > neonatologie en nicu
RS-virus of RSV
Respiratoir Syncytieel Virus, een verkoudheidsvirus dat bij (ex-)prematuren een ernstig verloop kan hebben, vandaar dat zij soms met palivizumab (merknaam Synagis) worden geïmmuniseerd. Zie babytijd > thuiskomst > vatbaarheid/
Saturatiemeter
De saturatiemeter (pulse oximeter) meet hoeveel zuurstof er in het bloed zit. Een kind ademt met de longen (dat wordt met de monitor bewaakt), maar het bloed moet natuurlijk wel de zuurstof uit de longen opnemen en naar de organen vervoeren. Zolang het kind nog in de baarmoeder zit, is de saturatie slechts rond de 50%, na de geboorte stijgt dat langzaam tot ongeveer 90%. Zie neonatologie > apparatuur > monitor
Sectio
Keizersnede.
Sepsis
Ook wel bloedvergiftiging. Dit is een infectie die zich in de bloedbaan heeft uitgebreid, dus verspreid is over het hele lichaam. Meestal zijn de kinderen erg ziek. Na bloedafname voor een bloedkweek wordt direct met antibiotica begonnen. Het hangt van de soort bacterie en de weerstand van het kind af hoe het kind eraan toe is en hoe snel het opknapt. In enkele gevallen kan de infectie zo ernstig zijn dat het kind hieraan overlijdt. Zie neonatologie > complicaties > infecties
Sonde(voeding)
Als een kind zelf nog niet (genoeg) kan drinken, krijgt het (een gedeelte van de) moedermelk of kunstvoeding met een sonde. Dat is een slangetje door de neus of door de keel, dat uitkomt in de maag. Zie neonatologie > voeding > sondevoeding
Snorretje
Hiermee wordt een slangetje bedoeld, dat wordt aangesloten op de zuurstoftoevoer, en onder de neus door wordt geleid. De aangeboden extra zuurstof wordt gewoon ingeademd, zonder overdruk. Dit wordt ook wel neusbrilletje of low-flow systeem genoemd. Zie neonatologie > apparatuur > ademhalingsondersteuning
Surfactant
Stofje dat ervoor zorgt dat de longen na elke ademhaling niet helemaal inklappen, maar een beetje open blijven staan. Zie neonatologie > complicaties > longen
Tachycardie
Snelle hartslag.
Tachypneu
Snelle ademhaling.