Ons telefoon: (010) 737 0256 Ons e-mailadres: info@care4neo.nl

« Terug

Luus en Bart

Luus en bart.png

Daar was ze dan ineens, onze Luus. Geboren amper 6 uur nadat ik me nietsvermoedend had omgedraaid in bed en welterusten had gezegd tegen mijn vrouw. Wat was ze klein en teer, bijna doorschijnend. Maar wat kan je verwachten na 26 weken en 3 dagen in de buik en amper 860 gram? Het was een aanblik die ik nooit zou vergeten.  

Ik weet nog goed hoe ze ter wereld kwam. Ik mocht er bij zijn op de OK tijdens de spoedkeizersnede. Met pijn en moeite kon ze gehaald worden en werd ze meteen meegenomen naar de volgende kamer. Mijn vrouw kon ik nog net een kus geven voordat ik haar volgde. In een glazen kistje lag ze onder noppenfolie, al vol met draadjes, een infuusje, een zuurstofmaskertje en allerlei mensen om haar bed. Ik kon alleen maar toekijken hoe ze probeerden haar te laten ademen. Gelukkig lukte dat al vrij snel en mocht ik het laatste stukje van de navelstreng doorknippen. Er werd gevraagd naar wat haar naam zou worden en ik moest goed nadenken. Het klopte helemaal niet dat ik dit nu moest vertellen dacht ik alleen maar. Haar naam voor het eerst noemen zouden we doen aan onze andere kinderen, na haar geboorte. Niet aan een paar artsen en verpleegkundigen, zonder haar moeder erbij. Dat was een vreselijk raar moment, dat zal me altijd bij blijven.

Na de geboorte mocht Luus direct naar de NICU van het UMCG. Zelf ging ik nog even naar mijn vrouw. Ze vroeg of het goed ging met Luus en ik kon alleen maar zeggen dat ze ademhaalde. Ik wist niet of het goed ging, ze lag in een glazen bakje, veel te klein en veel te licht. Wat kan je dan zeggen? Het was vreselijk om mijn vrouw weer achter te moeten laten en niet samen naar Luus te kunnen. Zolang de ruggenprik niet uitgewerkt was, mochten we niet samen naar haar toe. Dus ik ging alleen naar de NICU, een afdeling waarvan ik nog nooit had gehoord maar die de weken daarna als een tweede thuis zou gaan voelen. Door alle lieve verpleegkundigen werd ik opgevangen en mocht ik Luus voor het eerst aanraken. Heel voorzichtig legde ik mijn hand over haar lichaampje en maakten we een foto. Voor mama. Die nog geen idee had hoe haar dochter er uit zag. Of hoe ze het deed.

De foto nam ik mee naar de uitslaapkamer. Of het 10 minuten was of 3 uur, ik weet het niet meer. Samen keken we naar de eerste foto van Luus. Het voelde niet goed, het klopte niet. Ik stuurde een berichtje naar onze familie, een paar vrienden en onze oppas die de vorige avond uit bed was gebeld en hals-over-de-kop was ingezet om op de andere kinderen te passen. Niemand begreep het, Luus had er helemaal nog niet moeten zijn. Daarna mochten we samen voor het eerst op bezoek. Eindelijk samen, voor het eerst.

De volgende dag kregen we te horen dat het niet goed ging met Luus. Ze had een dubbele hersenbloeding gehad. Er zat vocht in haar hoofd dat niet wegging. De artsen maakten zich ernstig zorgen of ze het zou redden. En als ze het zou redden hoe ze hieruit zou komen. Ze vroegen ons wat voor kwaliteit van leven belangrijk voor haar was. Wat is dat voor vraag dachten we? Moeten we hier echt over nadenken? We wilden dat Luus in ieder geval contact kon maken met anderen. Dat ze zelf zou begrijpen dat ze er was. Maar we konden ons geen voorstelling maken wat dat dan zou betekenen.

De dagen erna zijn een grote blur. Ik sliep bij mijn vrouw in het ziekenhuis. Op een stretcher, zo goed en zo kwaad als dat kon. 3 andere kinderen vroegen om aandacht: school, sporten, vriendjes... En owja, we zouden 3 weken later de sleutel krijgen van ons nieuwe huis en starten met een grondige verbouwing. Een tijd die als een waas voorbij is gegaan. We denken nog wel eens terug hoe we dat allemaal voor elkaar hebben gekregen: elke dag buidelen, altijd minimaal één van ons in Groningen, maar het liefst met het hele gezin in het Ronald McDonald huis, de andere kinderen naar school 40 km verderop, verbouwen en verhuizen… Maar je denkt er niet over na en je doet het gewoon. Want in dat kleine glazen kistje lag een kleine strijder. En geen hersenbloeding, brady of saturatiedipje kon haar tegenhouden. Ze streed en streed en groeide en groeide. En in vergelijking met alles wat zij heeft doorstaan, was dat van ons maar peanuts.

Wat ben ik ongelooflijk trots op mijn kleine meid. Onze kleine meid die nu ruim anderhalf jaar oud is, altijd lacht en vrolijk is. Die contact maakt met alles en iedereen. Die haar grote broers en zus uitdaagt op haar eigen manier. Die ons klavertje vier van geluk compleet maakt. Maar vooral mijn kleine meid die mij heeft laten zien wat vechten is. En of ze iets overhoudt aan haar start, dat zullen we wel zien. Maar als je ooit hebt moeten nadenken welke kwaliteit van leven belangrijk is voor je pasgeboren kindje, is elke dag een zegen. Zeker met Luus ♥

« Terug

Sluiten